Kleine veranderingen en grote verschillen, 17 december

17 december 2019 - Sydney, Australië

Wellington Airport, gate 45

Veel mensen vinden vliegvelden maar niks. Een vliegveld staat voor wachten, voor het deel van de vakantie waar de pret nog niet begonnen is of alweer te snel is afgelopen. Het staat voor stress en de twijfel of we deze keer wel op tijd door de douane komen en voor de laatste, gehaaste aankopen waartoe we genoodzaakt zijn door het vergeten van al die dingen die we thuis wel hebben maar toch nu even niet zonder kunnen. Iedereen verdoet op eenzelfde manier de tijd en staart voor zich uit of naar een vergelijkbare leegte in de schappen van de duty-free shop. Toch geniet ik van elke minuut. Ik geniet van de mensen om me heen, van de kleine familieruzies die ontstaan door de dag van vertrek en net zo snel verdwijnen als dat ze ontstaan, of van de frequent flyers die nog even snel een mailtje typen voor ze een hele vlucht lang op pauze worden gezet door een gebrek aan connectie. Ik kijk graag naar de manier waarop mensen bewegen, op een manier waar makkelijk uit af te leiden is dat niemand echt op zijn gemak is op een vliegveld. Maar wat ik het mooiste vind aan een vliegveld, is het gevoel dat iedereen deelt. Het gevoel dat deze tijd nergens toe dient, elke minuut hier is extra. We hoeven nog niet te genieten van de korte vakantieweken die komen en we hoeven nog niet de focus te hebben van de businesstrip die volgt wanneer het vliegtuig landt. Iedereen op het vliegveld leeft in een tijd die niet volgepland is en geen doel heeft, omdat wachten op het vliegtuig de agenda al vult. Ik geniet van elke verspilde minuut.

Goed, inmiddels ben ik in de lucht boven de zee tussen Australië en Nieuw-Zeeland. Aan het einde van het schrijven van de vorige paragraaf werd ik onderbroken door een intercom waarin ik met voor- en achternaam werd omgeroepen om naar de gate te komen. Het bleek dat mijn visum niet te zien was in het systeem en mij werd verteld dat ik van de vlucht gehaald werd. Hoe ik niet in paniek raakte weet ik niet zo goed, dat leek me een gepastere reactie dan mijn rustige “Bedankt, wat doe ik nu?”. Ik werd van de ene naar de andere naar de andere naar de andere medewerkster van Air New Zealand geleid en toen ik 10 minuten voor mijn boarding hoorde dat ik “not on a flight today” terecht kwam, verbaasde het mijzelf nog net iets meer dat ik rustig (goed, rustig is misschien iets te ver maar na drie keer had ze door hoe mijn naam gespeld is) uitlegde dat mijn visum wel door was gekomen en ik spotte dat ik een o had ingevuld waar een 0 hoorde te staan. Of andersom? Ik weet het eigenlijk niet zeker, maar ik kreeg mijn boarding pass - snelwandelde naar de douane - brabbelde iets over een vlucht in 10 minuten en liep voorbij de rij - had een gesprek waar mijn hoofd niet bij was met de politie-agente terwijl mijn paspoort gescand werd - en ik had nog de tijd om rustig naar de WC te gaan voor ik de medewerkster bij de balie blij vertelde dat ik toch gezellig mee ging.

Sommigen van jullie kennen het verhaal van mijn goede vriend Wessel en zijn keuken, maar ik vertel het graag voor wie er nog niet van gehoord heeft. De 13-jarige Wessel was lekker met lucifers aan het spelen, zoals het een puber betaamt, maar hij wilde niet dat zijn vader dat te weten kwam, zoals het ook zeker een puber betaamt. Hij plaatste alles zorgvuldig in de afvalbak, maar niet alle lucifers bleken gedoofd te zijn. Niet erg lang later stond de hele keuken in de fik en Wessel probeerde de schade meteen te beperken toen hij daar achter kwam. Nu mag er wel gezegd worden dat hij dat best goed deed en hij bleef zelf ook veilig, maar de brandweer kwam er aan te pas en het duurde niet lang voor er ook pers aanwezig was. Een verwarde Wessel kreeg de instructie om naast het gedoofde vuur te staan en te glimlachen. “Te glimlachen?” “Ja jongen, lach maar gewoon.” “Oké..” Toen het artikel hierover in de krant verscheen was Wessels twijfelachtige glimlach te zien en een compleet verwoeste keuken, maar boven dit alles scheen de kop die ik nooit meer vergeet: “13-jarige Scholier Voorkomt Catastrophe”. Voorkomt. Ja, het is geen leugen. Nergens werd echter genoemd dat die goede oude Wessel het ook had veroorzaakt. Zo schrijven sommigen de geschiedenis, en zo zit ik nu ook in mijn vliegtuig te genieten van de manier waarop ik mijn visumsituatie heb opgelost. Daar heb ik toch mooi een catastrophe voorkomen, en dat onthoud ik er maar van.

De zee waar ik boven zweef is fel blauw met witte schuimkoppen, het ziet er fijn uit daar beneden. Jammer dat ik niet aan het zeilen ben, maar dit heeft ook zijn voordelen. Zo ben ik na drie uur vliegen namelijk al van Wellington naar Sydney, mijn eindbestemming voor nu. Ik vlieg met enkel handbagage, als het handbagage te noemen is, de rest van mijn spullen heb ik achtergelaten in Wellington. Ik ben van plan om na een paar weken weer terug te gaan. Dat kunt u zien als zonde, hoeveel Australië valt er nou te zien in een paar weken? Daar heb ik over nagedacht en ik ben tot de conclusie gekomen dat ik met die zonde wel kan leven. Natuurlijk wil ik zoveel mogelijk zien van de wereld, zoals menig mens dat wil, maar dat betekent voor mij niet dat ik elke laatste druppel sightseeing uit mijn tijd probeer te persen. Daarom houd ik mijn aandacht voor nu gefocust op Nieuw-Zeeland en probeer ik dat land als het ware “uit te spelen”: om daar zoveel mee te maken dat ik met waarheid kan zeggen dat ik het land ken. Een mooi initiatief, maar waarom zit ik dan toch op een vliegtuig naar Australië? Goede vraag (van mijzelf), met misschien een bijzonder antwoord. Ik ga een vriendin opzoeken die ik al jaren niet heb gezien en überhaupt maar een paar keer heb gezien. Kate heb ik ontmoet op zeilschip De Morgenster, toen ik mijn eerste reis maakte op een tall ship in de zomer van 2017. Ik wilde haar altijd al eens opzoeken en de kans heeft zich eindelijk aangeboden. Haar familie heeft mij uitgenodigd om kerst te komen vieren en ik ben meer dan welkom in hun huis in Wollongong. We zullen wel gaan barbecuen denk ik, of wat voor tradities hier ook te vinden zijn in deze tijd van het jaar. Kerst is overigens nog wel zo Amerikaans dat dezelfde liedjes te horen zijn op de radio als overal ter wereld. Vooral “Let It Snow” vond ik een bijzondere keuze met 25 graden en zon, maar hits zijn hits, ook op het zuidelijk halfrond.

Verder heb ik weinig gepland voor mijn tijd in Australië. (“Maak geen karikatuur van jezelf”, zei mijn moeder ooit. Ik doe mijn best mam, maar sommige dingen zijn lastig te veranderen.) Ik hoop vriend Gijs te zien, die zijn broertje komt opzoeken vanaf de 27e en er zijn een paar anderen die ik ken met wie mijn pad kan kruisen. Eigenlijk ben ik ook wel tevreden met wat tijd voor mijzelf, dat is alweer even geleden. Ik heb mijn wandelschoenen, klimschoenen, sandalen (Ik pas op voor alle enge beesten, maakt u geen zorgen) en zwembroek mee en ik hoop ze allemaal te gebruiken wanneer het niet te warm of te stormachtig is. Het weerbericht voorspelt boven de 35 graden sommige dagen, dus misschien is mijn dagbesteding ook wel beperkt tot het overtuigen van mijn lichaam dat het echt december is. Ah, de Nederlander die niet in de regen zit, klaagt dat het te warm is. Goed om te merken dat sommige dingen nooit veranderen.

Mijn afgelopen week in Wellington was een goede week. Ik had mijn drie laatste werkdagen, dat was vermoeiend, maar 12 uur in een vuilniswagen zitten maakt je wel enthousiast om te vertrekken. Om het contrast aan te houden, ben ik daarna naar het strand gegaan om rond te dansen en te zingen bij een drumcirkel rond een vuur. Wie goed genoeg zoekt, kan zich in elke tijd nog een hippie wanen. Toch, ouders? Zaterdag zijn Caitlin en ik op een goede Nieuw-Zeeland dagtrip geweest, met fish & chips, bizarre uitzichten na een halfuur rijden van de hoofdstad en een weg die uit het niks verandert in een rotspad. Echte Kiwi-classics. Daarna ging ik naar een feestje met nog meer gedans, waardoor ik zondag met spierpijn in mijn benen en een kater in mijn hoofd wakker werd. Gisteravond, maandagavond, was de kers op de taart. Ik had een aantal mensen uitgenodigd voor het avondeten om ze te zien voor ik even weg ging, en we eindigden met 11 mensen. Dat is toch bizar? Na 45 dagen in Wellington heb ik 10 vrienden gevonden die allemaal tijd vrij hebben gemaakt om mij te zien voor ik ging (oké het eten dat Caitlin had gemaakt was ook wel erg lekker, daar kwamen er vast ook een paar voor), ook al ga ik maar een paar weken weg. Zo cool, ik glimlach er nog steeds door.

Terwijl de man naast mij in slaap valt tijdens het kijken van Toy Story 4, ben ik moe maar klaarwakker. Ik begin langzaam zenuwachtig te worden, iets dat ik tot nu toe door de drukte nog niet echt ben geweest. Dat is normaal, zolang ik mij kan herinneren ben ik al nerveus voor elke reis die ik maak, al straal ik het misschien niet uit. Mijn maag legt zichzelf dan vakkundig in de knoop en ik neem weinig in me op van wat er om mij heen gebeurt. Het beste om dan te doen is Pink Floyd opzetten, mijn ogen dichtdoen en langzaam wegdromen in mijn gedachten. Dat klinkt ook nu als een goed plan. Een paar laatste dingen nog, voor Dark Side of the Moon echt op gang komt:

Zoals u al lang door hebt, schrijf ik nu weer in het Nederlands. Ik kreeg leuke reacties op zowel het Nederlands als het Engels, maar voor mij is het schrijven van deze blog net zo belangrijk als het feit dat u de tijd neemt om het te lezen. Ik ben zelf mijn fanatiekste lezer (al komen sommigen dicht in de buurt, de mailinglijst telt inmiddels al 8 leden!!) en voor mij voelt Nederlands beter om mijn gedachten te delen. Daarover gesproken, op het moment zijn mijn gedachten aardig overal en nergens. Vertrekken van een plek, aankomen op een nieuwe, daar gebruik ik eigenlijk al mijn aandacht voor. Als ik dus niet (snel) reageer op een berichtje of een verzoek om te bellen, vat het niet persoonlijk op. Het is lastig om de balans te vinden tussen het leven hier en alle anderen die veel voor mij betekenen, ik hoop dat de blog daar ook een beetje bij kan helpen.

Het vliegtuig is nog steeds boven de zee, de man naast mij is inmiddels weer wakker, ik ben nog op het zuidelijk halfrond maar toch gauw weer heel ergens anders. Zulke veranderingen zijn allemaal relatief: Het verschil tussen Nieuw-Zeeland en Australië is twee uur in tijdszone, 10 graden in temperatuur en toch waren deze landen voor mij in gedachten altijd bijna hetzelfde. Tijd om dat met eigen ogen te zien, ik houd u op de hoogte. Bedankt voor uw geduld en de blijvende interesse, en een fijne kerst.

Liefs,
Maarten

2 Reacties

  1. Nora:
    17 december 2019
    Mooie verhalen en je maakt er vast ook mooie tekeningen bij. We missen je volgend weekend wel bij de pubquiz die je broer altijd maakt. En of het blauwe nijlpaard weer in de Sinterkerst-stapel zit is voor jou nu even niet interessant😀
    Goede voortzetting van je reis!😘
  2. Gijs:
    18 december 2019
    Tot binnenkort! 👌🏼