Noord-Nieuw-Zeeland, 30 september

29 september 2019 - Paihia, Nieuw-Zeeland

Pipi Patch Hostel, Paihia 

Na wat voelt als maanden, ben ik inmiddels nog geen 6 dagen weg uit Nederland. Raar hoe dat gevoel kan verschillen. Als ik terug kijk op de afgelopen dagen zijn ze razendsnel voorbij gegaan, maar tegelijk voelt het alsof ik alweer tijden onderweg ben. Ooit heeft iemand, van wie ik de identiteit inmiddels vergeten ben, dit zo onder woorden gebracht dat het logisch klonk. Hij of zij zei tegen mij dat we tijd niet in minuten zien, maar in gebeurtenissen of momenten. Wanneer we meer doen in een korte tijd, lijkt de tijd snel te gaan omdat gebeurtenissen elkaar zo snel opvolgen. Tegelijk kijken we dan terug op een periode met zoveel bijzondere momenten, dat het voelt alsof er wel een eeuwigheid verstreken is. Het positieve hieraan op het moment, is dat het eigenlijk helemaal niet lang geleden is dat ik geschreven heb en dat ik prima op schema lig om jullie op de hoogte te houden. Wat plan ik dat toch weer knap.

Allez, vandaag schrijf ik uit Paihia. Paihia ligt als een van de weinige plaatsjes - een stad is het niet te noemen - ten noorden van Auckland op het Noordereiland. Het ligt in (of aan?) de Bay of Islands. Een weinig mystieke naam, maar voor de minder gevatte lezer: het is een baai met eilanden. Er zijn meer dan 140 eilanden volgens menig brochure, maar dan worden er ook zeker kleine rotsjes meegerekend. Over de baai zo meer, ik zal chronologisch beginnen: Hoe ben ik hier beland?

In Auckland verbleef ik in een hostel genaamd The Attic. Het is ook echt een soort zolder, wat wel een gezellig gevoel gaf in de regenachtige dagen. Dit hostel is een van de betere hostels in Auckland, of misschien wel het beste, als ik andere jongeren moet geloven. Dit resulteerde ook in volgeboekte dagen en een enorme hoeveelheid aan menselijk contact. Leuk, en overweldigend. Ik besloot om mij de eerste dag gelijk over te geven aan de flow van de rugzakreiziger (dat is toch een veel leuker woord dan backpacker, al zeg ik het zelf) en zo ben ik na een reis van 42 uur aangesloten bij een groepje voor mij onbekenden die naar een comedyclub gingen. Dat heeft goed uitgepakt: Na een paar dagen verkennen van Auckland en mijn hoofd enigszins op orde krijgen, voor zover dat gaat in een hostel, ben ik nu op avontuur met drie jongens die ik heb ontmoet op die eerste avond. Dat besef ik me nu eigenlijk ook pas, goed dat ik toen toch mee ben gegaan naar een avondje standup. Die avond zelf was overigens nogal verstoord door een aantal Ieren die koppig vasthielden aan het idee dat standup een gesprek van twee kanten is. 

Max de Australiër, Carl uit de VS, Morty uit Denemarken en ik zijn gisteren, zaterdag de 28e dus, op pad gegaan. We zijn in twee auto’s: Max heeft een auto gehuurd en ik zit bij hem in de auto. Carl en Morty zijn van plan om hun visum van 12 maanden uit te zitten en Carl heeft dus een auto gekocht. Beide auto’s zijn automaten, en omdat het hier ook linksrijdend is, vind ik het niet zo erg dat ik het excuus heb dat mijn rijbewijs nog niet geldig is in Nieuw-Zeeland. (Dat is zo, omdat het vertaald moet worden. Er staan zo’n 5 Nederlandse woorden op mijn hele rijbewijs, maar alles voor de werkverschaffing.) Dat soort dingetjes als het vertalen van mijn rijbewijs en bijvoorbeeld het fixen van mijn telefoonlader beginnen langzaamaan op te hopen en zodra ik weer in Auckland ben, moet ik een rijtje af. Eigenlijk is dit dus de perfecte proeftrip. (Autocorrect probeert hier groeftrip van te maken, zou iemand me kunnen vertellen wat dat is? Zelfbedachte definities ook welkom.)

Mar goed, gisteren gingen we dus op pad. We hebben gekampeerd gisteravond. Nu hebben vele Nederlanders, waaronder ik een week geleden, het beeld dat het in Nieuw-Zeeland altijd lekkere Frankrijk-in-de-zomer temperaturen zijn. Het was echter zes graden en ik ben in tijden niet zo koud geweest. Op een gegeven moment had ik ook geen kussen meer, omdat ik daarvoor Max zijn thermokleding had gejat en hij die toch nodig kreeg. Om een lang verhaal kort te maken: Toen we vanochtend op de boottrip zaten met eigenlijk alleen 70+ers, konden we zo mee praten over klachten dat ons lichaam zo stijf was. Die boottocht zelf was wel het geld en de moeite (Ik had de verkeerde datum geboekt, dus dat was een moeilijk belletje met een Nieuw-Zeelander met een dik accent) meer dan waard. Moeilijk in woorden te omschrijven, ik hoop dat ik een aantal mooie foto’s kan vinden voor erbij. 

IMG_3524

Het is inmiddels de volgende ochtend en ik schrijf dit terwijl ik havermout aan het maken ben voor Max en mij. De andere jongens doen het wat rustiger aan en ik denk dat we vandaag apart op pad gaan. De keuken is leeg, we delen de ochtend alleen met één meisje dat haar toast en thee eet en Instagram checkt. Max leest door zijn Lonely Planet, hij maakt vast alweer honderd plannen in zijn hoofd voor de dag die komt. Die gewoonte vind ik niet erg, omdat ik voor nu niet degene ben die ons vooruit duwt. Het is een fijne ochtend met ochtendzon en de voorspelde regen laat voor nu op zich wachten. Ook de havermout laat nog even op zich wachten. Het meisje lacht om een video en Max leest stil door. Ik ben zelf vooral blij dat ik warm ben en dat ik vannacht niet wakker ben geworden door de kou. Langzaam raak ik meer gewend aan het leven ver weg van thuis. Ik denk nog steeds aan Nederland, maar het voelt minder alsof ik daar iets mee moet nu. Van veel reizigers die ik ontmoet vraag ik me af of zij nog denken aan thuis, of dat ze dat concept al hebben opgegeven. Voor mij voegt het concept thuis toch iets toe aan de ervaring hier. We zijn allemaal geneigd om wat we mee te maken te delen met iedereen in persoon of op sociale media (of met een blog ofzo), maar dit voegt ook wel waarde toe aan wat we mee maken. Ik geniet van de uitzichten en van alles dat ik mee maak, maar deel daarvan is ook het besef dat het anders is dan waar ik naar terug ga. Zo vind ik foto’s maken ook leuk, maar als ik de enige ben die er naar kijkt, zou ik er minder moeite in stoppen. Later meer hierover waarschijnlijk, een interessant onderwerp.

Vandaag gaan we verder naar het noorden, op zoek naar meer mooie stranden en bossen. Over een paar dagen neem ik ook alweer afscheid van Max. Ooit zei vriendin Kate, als Australiër in Europa, tegen mij dat ze steeds maar weer mensen ontmoette en gedag moest zeggen. Toen begreep ik dat ze het lastig vond, maar had ik nog niet echt gereisd en wist ik niet hoe dat zou voelen. Inmiddels heb ik het wel meer meegemaakt en daar zal ik deze reis ook wel last van hebben. Gelukkig schrijf ik hier over de mensen die ik ontmoet, zodat ze niet helemaal weg gaan. 

Als afsluiting een paar losse ideetjes. 1. Ik ben aan het nadenken over hoe ik dit deel met mensen die het leuk vinden, misschien dat ik gewoon een keer een Whatsappje rondstuur. Als je daardoor hier bent, mijn excuses voor de spam. Maar als je het nu nog leest, vond je het vast niet zo erg. 2. Ik heb ook mooie foto’s, maar ik ben zeker niet van plan om iedereen een diashow van een uur te laten zien als ik terug kom. Daarom begin ik misschien wel een Instagram-account, dat kan leuk zijn. Ik zal de verleiding weerstaan om elke foto ondersteboven te plaatsen, dat grapje wordt toch wel eens oud. Ik hoop dat dit allemaal een beetje werkt, en dat jullie zo wat mee kunnen op mijn reis.

Liefs,

Maarten

IMG_3521

Foto’s

4 Reacties

  1. Marjan:
    30 september 2019
    Thuis vindt het erg leuk om zo jouw verhalen te lezen.
  2. Jurjen:
    1 oktober 2019
    Je schrijft erg vermakelijk Maarten, heb het gevoel alsof ik met je meereis ^^
  3. Niet Berend:
    2 oktober 2019
    Vergeet niet dat als je een instagramaccount begint de eerste foto één moet zijn van je eten met een filter erover!
  4. Andere Max:
    2 oktober 2019
    Thanks!