Aan de wandel, 28 oktober

28 oktober 2019 - New Plymouth, Nieuw-Zeeland

Holly Hut, Pouakai Circuit

Normaal type ik mijn blog in een keer uit op mijn laptop. Het gemak van een toetsenbord met autocorrect wint het toch van de romantiek van het geschreven woord. Vandaag niet. Vandaag schrijf ik in mijn schriftje, bij een houtvuur en zonder connectie met de buitenwereld. Ik zit namelijk in een wandelhut, een hut op een berg (1000 meter, maar dat is een berg voor ons Nederlanders) met matrassen, water, buitentoiletten en een paar tafels met banken. Er is ook een kachel met hout dat wordt ingevlogen met een helikopter, maar dat is alles. De rest moet je dus zelf meenemen. Nu klinkt dat niet echt als een opgave, maar ik noem het niet voor niks een wandelhut. Om hier te komen, loop je namelijk minstens vijf uur vanaf je auto over bergen en door regen en wind. (Goed, je kunt ook op een zonnige dag gaan, maar dat deden wij dus niet.) 

“We” zijn Ben, Paul, Merle en ik. Die kent u allemaal niet, omdat ik ze ook drie dagen geleden pas ontmoette. Ik sliep die nacht in mijn auto, vlak buiten Taupo. De beslissing om in mijn auto te slapen had ik deels genomen door een gevoel van ongetemde vrijheid, en deels door een snelle blik op mijn bankrekening. Hoe dan ook sliep ik in mijn auto. Ik werd wakker, en na mijn ontbijt ging ik naar een hostel in de stad om een vriendin aan e-books te helpen. (Jawel ouders, waar jullie in die goede oude tijd nog zware boeken uitwisselden, kan ook dit nu digitaal.) Haar mobiel was kapot en ze moest twee weken wachten op een reparatie, dus het minste wat ik kno doen was mijn illegaal gedownloade boeken met haar delen. Door mijn verwarring en haar zeer verouderde e-reader duurde het even en dus was ik nog in het hostel toen ik twee mede-rugzakreizigers hoorde praten over een hiken. Ze hadden nog beenvervoer en gingen dezelfde kant op als ik, dus voor ik het wist had ik ze al een lift aangeboden.

Ik weet niet of u wel eens een Amerikaanse tienerfilm of -serie heeft gezien, maar er zijn altijd een paar dezelfde personages. Een daarvan is de jongen met de auto. Meestal weten we verder weinig over de jongen met de auto - behalve dat hij een coole zonnebril heeft, en een auto -, maar toch wil iedereen bevriend met hem zijn. Op de een of andere manier is hij populair, enkel om de reden dat hij een auto heeft. Nu wil ik niet zeggen dat er verder geen goede redenen bestaan om met mij bevriend te zijn, maar soms is de realiteit net een Amerikaanse tienerfilm. Mijn aanbod van een lift werd snel aangenomen en zo raakten we vanaf het eerste moment bevriend.

De hike die zij toen aan het plannen waren en we nu uitvoeren, heet het Pouakai Circuit. In drie dagen lopen we 29 kilometer. Overal op het circuit zijn mooie uitzichten te vinden van Mount Taranaki, als het beter weer is dan vandaag ten minste. Mount Taranaki is een alleenstaande berg in het westen van het Noordereiland van Nieuw-Zeeland. Volgens Maori folklore stond Taranaki eerst in het midden van het eiland. Daar had ze echter een ruzie met Tangariro, een andere indrukwekkende berg. Het geschil ging over weer een andere berg waar ze beide verliefd op waren. (Een mannetjesberg misschien, zijn bergen hetero?) Uiteindelijk bleek Tangariro de machtigere berg en zo werd Mount Taranaki verbannen naar het westen en sindsdien staat ze daar alleen.

Mt Taranaki

Egmont Eco Lodge, New Plymouth

Inmiddels is het drie dagen later dan toen ik het eerste stuk schreef. We hebben het circuit afgerond en ik heb Paul net op de bus gezet, omdat zijn avontuur nu alweer door gaat. Merle en Ben liggen nog in bed, wij gaan vandaag rustig dit kuststadje verkennen en onszelf trakteren op transport met de auto in plaats van de befaamde benenwagen als we ergens heen willen. We sliepen in twee tweepersoonskamers, de enige die beschikbaar waren, en hoewel dit eerst verdriet opleverde omtrent de kosten zijn we nu geloof ik allemaal tevreden met onze keuze. Vandaar dat ik nu in een comfortabele kamer in mijn eentje kan schrijven terwijl ik naar de vogeltjes luister. 

Ik zal u wat meer vertellen over deze wandeltocht, omdat het veel inzichten oplevert en goede gesprekken. Daar moet ik wel bij zeggen dat deze gesprekken eigenlijk alleen na de hike van de dag gebeuren. Met zijn vieren waren we een gezellige groep en we zijn goed bevriend geraakt, maar het zwijgen begon zodra de eerste stappen van de dag gezet werden. Dit was een onbesproken overeenkomst tussen ons, het wandelen werd gedaan in stilte. Iedereen vond zijn eigen ritme en genoot zowel van de stilte om ons heen als van de adem die we bespaarden door het zwijgen. Dat maakte het des te bijzonderder om toch na zo weinig tijd op dezelfde pagina te zitten. We hoefden niet echt te praten om te communiceren en we wisten goed hoe de anderen zich voelden en pasten ons daar op aan. Het zwijgen maakt leuke momenten soms ook nog leuker. Zo was het bijzonder om op de tweede dag eindelijk in de zon te lopen en de enorme berg voor het eerst te zien terwijl we samen met de wereld net wakker werden in alle rust die de omgeving ons gaf. Een ander moment waar ik erg van genoot was op de laatste dag, en ook dit werd voor mij alleen maar leuker door de stilte. Ik liep als derde in de groep in een stuk dat zoveel weg had van een moeras dat Shrek er zonder klagen zou kunnen overleven. Alleen Paul liep achter mij en ik bleef wachten om te kijken of hij het modderige stuk, waar ik net overheen was, zonder problemen doorkwam. Alsof hij de hoofdpersoon was in een stille film, sprong Paul behendig met één voet op de losse boomstam en met één voet op de grond ernaast. Deze grond bestond jammer genoeg voor Paul voor een klein deel uit grond en voor een groot deel uit water en hij zakte tot ver boven zijn schoen in het blubberig moeras. Het enige dat de stilte onderbrak waren de woorden “Ah shit” van hem en een niet binnen te houden lach van mij. 

Herman Hesse schrijft in zijn roman Siddhartha zo mooi en betekenisvol dat hij het leven van een boeddhistische monnik jaloersmakend doet klinken. Op eenzelfde manier klinkt in het stuk dat ik tot nu toe geschreven heb onze hiken als iets waar men de hand niet voor omdraait. Ik wil mijzelf niet precies vergelijken met Herman Hesse en ons avontuur niet met het leven van een monnik (al hebben we soms flink moeten vasten), maar het was niet altijd even makkelijk in de bergen. De eerste nacht was vreselijk koud en houtkachels zijn minder leuk als je er wel omheen moet zitten door de kou. In de tweede hut waren veel te veel mensen van plan te overnachten en zo hebben we met 30 man in een hut geslapen die voor 16 bedoeld is. Ook bij het wandelen zelf waren er fysieke en mentale barrières die het lastig maakten om door te lopen en al onze aandacht was nodig voor de volgende stap. Toen we bij de auto terugkwamen, waren we vooral opgelucht.

Zo was het terugkomen even belangrijk voor ons als het weg zijn zelf. Omdat het koud was in de nacht en de matrassen oncomfortabel, sliepen we gisternacht zo goed toen we terug waren in een hostel. De warme douche gisteren deed een normale ochtend-douche in het niet vallen alsof het motregen was op een herfstdag. Al is het een cliché, een paar dagen in de wop-wops (zojuist geleerd Nieuw-Zeelands woord voor wat wij omschrijven als de bushbush) doet wonderen voor het waarderen van de luxe om ons heen. Tegelijk vallen de uitdagingen van de dag niet weg. Het leven is niet makkelijker, maar het is wel veel simpeler. Bij het vuur in de eerste hut ontmoetten we een man uit Nieuw-Zeeland die al zijn hele leven veel wandelt. Hij had een hike gedaan van 3000 kilometer waarvoor hij 115 dagen onderweg was. Elke dag dat hij liep, liep hij minstens 8 uur. Hij omschreef het zelf als echt leven in het moment. Hij zoekt water voor de dag, een goede plek om te overnachten en steeds maar weer zet hij de ene voet voor de ander. 

Vandaag heb ik vooral geschreven over deze tocht van de afgelopen dagen, maar ik zal ook iets korts delen over de rest van mijn avontuur. Ik ben nog steeds onderweg van het noorden van het Noordereiland naar het zuiden van dit eiland. Ik ben inmiddels langs Rotorua gereden, waar ik veel vulkanische activiteit heb gezien en meren met verkleurd water door alle mineralen. Toen ben ik naar Taupo gegaan, waar ik twee nachten in mijn auto sliep en voor het eerst in mijn leven een lifter meenam. Met hem heb ik vervolgens twee dagen doorgebracht en gelijk nog een lifter meegenomen. Nadat ik deze jongen op de bus had gezet ben ik doorgereden naar Turangi, waar met het weer echt helemaal niks te doen was en dat was fijn. Morgen gaan Ben, Merle en ik kijken of we rond hier kunnen surfen en we rijden langzaam langs de kust naar het zuiden. Dan zet ik hen op de bus en rijd ik door, om langzaam dit deel van de reis te beëindigen in Wellington, waar ik hopelijk werk kan vinden. Ik ben tevreden met wat ik heb meegemaakt en met mijn eerste auto. Voor u in Nederland is het bijna lunchtijd, voor mij is het tijd om mijn bed op te zoeken. Vandaag gedeeld met 5 anderen in plaats van 29 en met warme dekens. Wat een luxe.

Liefs van een jongen met spierpijn

Foto’s

1 Reactie

  1. Jacqueline:
    29 oktober 2019
    Wat schrijf je toch heerlijk, Maarten. Ik kijk elke dag of er misschien een berichtje op staat 😁. Ook voor de thuisblijvers zo een prachtig avontuur. Liefs